Gerjan & Yvonne op reis

Namaste, Nepal! III

Onze rustdag in Manang vloog voorbij: We hebben onze was gedaan, wat aardig wat tijd kostte (want op de hand wassen. De zorgvuldig met zonne-energie opgewarmde emmer water die we gebruikten werd uiteraard door mijzelf omgetrapt, waarna we moesten wachten tot er een nieuwe emmer warm water beschikbaar was). Verder hebben we voor veel te veel geld geprobeerd om wat te internetten en foto's te uploaden en last but not least hebben we genoten van de heerlijke bakkerij die in Manang zit. Warme appeltaart, pinda-chocokoekjes, chocoladetaart.. en alles vers uit de oven..!

Vanuit Manang zijn we naar Letdar gelopen. We hebben in een klein plaatsje voor Letdar overnacht in een vrij nieuwe lodge van vrienden van onze gids. Helaas was de douche nog niet klaar, en bij navraag aan de eigenaren van de lodge op of er toch een douche mogelijk was, was het antwoord ‘Yes we have bucket shower!'. Oftewel, een emmer water leeggieten boven je hoofd. Vanuit deze plaats vertrokken we naar High Camp (nee collega's, niet te verwarren met de High Tech Campus.. Het lijkt er niet op!!). Een klim tot 4850m hoogte, die de week ervoor nog niet mogelijk was in verband met sneeuwval waardoor de pas afgesloten was. Tegen verwachting in bereikten we vrij snel en zonder last te hebben van de hoogte het dorpje Thorong Phedi op 4550m. Vanuit hier ging de klim steil omhoog naar High Camp, en begonnen onze spieren en longen toch even te protesteren. Gelukkig hadden we een mooi excuus om even uit te blazen, want we konden een klein groepje Musk-herten tot zo'n 10m afstand naderen en fotograferen, totdat er een paar bepakte ezeltjes met bellen om hun nek de herten wegjoegen.

Onze drager Bijay was zoals gewoonlijk weer voor ons uitgesneld en had de laatste kamer in de lodge op High Camp weten te bemachtigen. Dat bespaarde ons weer een nacht op een volgepropte slaapzaal.. Helaas was het om één of andere reden niet mogelijk om een vuurtje te maken in de eetzaal van High Camp, dus na drie uur rillen samen met een stel andere reizigers hebben we vroeg gegeten en lagen om zes uur in bed, met een dikke laag kleding, lakenzakken, slaapzakken en een extra deken. En dan proberen de slaap te vatten terwijl je toch wat last hebt van de hoogte, want onze wekker ging al om 4.15u. Hadden we al gezegd dat het echt heerlijk is om vakantie te hebben? We komen echt lekker tot rust hoor!

Deze vroege wekker had alles te maken met de klim naar de pas op 5416m. en de daarbij bijbehorende wind die vanaf negen uur in de ochtend opsteekt. Om vijf uur vertrokken we, gewapend met zaklampjes (gesponsord door pa en ma Van Hoeven) om het glibberige pad iets te verlichten. Ondanks de vele kleding sneed de wind door onze kleding heen en liepen we al snel te hijgen door de koude lucht op deze hoogte. Als we het af en toe aandurfden om omhoog te kijken in plaats van naar de witte grond onder ons, waren de sterren dichterbij dan ooit. Achter- en onder ons een verschillende lichtjes van toeristen die wat later aan dezelfde tocht begonnen waren.

Na een uur werd het licht en waren we halverwege de tocht naar boven. Af en toe bekroop ons het gevoel geen energie meer te hebben om verder te klimmen, maar wat zijn de opties? Terug naar beneden naar het koude High Camp, of doorgaan en de voorgenomen 1600m dalen vanaf de pas. Doorgaan dan maar, pas voor pas door de sneeuw. Overal waar we liepen was het wit, de bergtoppen waren wit en de lucht strakblauw. Na bijna drie uur door de sneeuw ploegen waren we op de pas: 5416m. Joehooooe!! En nu snel naar beneden, want ondanks het vroege tijdstip waarop we de pas bereikt hadden stond er al een koude wind.

Na zo'n klim lijkt het lekker om omlaag te mogen, maar niets is minder waar. Na vier uur afdalen over de gladde sneeuwpaden hadden we beiden het gevoel liever op onze kont te gaan zitten en naar beneden te glijden, maar hoewel Gerjan toch één keer ongewenst een stukje gegleden heeft deden de rotsblokken die her en der boven de sneeuw uitstaken ons beseffen dat dit niet zo'n goed idee was.Met nog 400m dalen te gaan van het totaal van 1600m werd het lopen na de lunch voor Gerjan meer hinken op twee stokken door pijn aan zijn knie, dus eenmaal in Muktinath aangekomen eerst maar eens rustig op bed gaan liggen, beiden uitgeteld en door- en door koud door de tocht van ruim zeven uur door sneeuw en over rotsblokken.

's Avonds zag de wereld er alweer een stuk beter uit, met name door de goede keuken in de lodge. Eindelijk kreeg Gerjan zijn lasagne met meatsauce (de twee eerdere pogingen liepen uit op een saus met champignons en groenten), en ik had heerlijke cheese/ham momo's.

Met Sangram, onze gids, het reisschema wat aangepast om de knie wat rust te geven, dus vandaag zijn we met een jeep naar Jomsom gereden. Deze jeep reed over hetzelfde pad waar we anders hadden moeten lopen en eerlijk is eerlijk: we hebben er niets aan gemist door met de jeep te gaan. Een eentonige route over een breed pad waar regelmatig motorvoertuigen voorbij kwamen en je dus kon stofhappen. Ook in Jomsom rijden weer wat auto's, bussen en motoren, en dat is na tien dagen niets dan ezeltjes en wandelende mensen best weer even wennen!

Namaste, Nepal! II

Vrijdag 9 oktober was de start van onze trekking. Om half zes uit bed (ja hoor, echt heerlijk zo'n vakantie!). Tegen half zeven bleek dat wij de enigen waren die op tijd waren, voordeel was wel dat we nu nog een ontbijtje kregen in het hotel. Met de taxi naar Kathmandu-busstation gescheurd, daar in een bus gesprongen die ons naar Besishahar zou brengen. Er staat niks op een bus vermeld, dus het is een beetje gokken of je inderdaad in de juiste bus zit, maar deze bus reed echt om zeven uur weg naar de plek waar we zijn moesten.

We wilden net van het busstation de grote weg opdraaien.... KABAMMM! Aanrijding met een andere bus. Beide buschauffeurs (jochies van nog geen twintig) hebben ongeveer vijf minuten tegen elkaar geschreeuwd totdat oom Verkeersagent eraan kwam en gebood verder te rijden. Het heeft 1,5 uur geduurd om Kathmandu uit te komen (en dat terwijl we al aan de rand van de stad waren) mede dankzij het opladen van een hele grote en zware lading die op het dak gebonden werd en natuurlijk het kopen en monteren van een nieuwe buitenspiegel, want die was tijdens de botsing verloren gegaan.

Goed, we waren de stad uit en reden de bergen in. Gaan met die banaan!! Niet dus, want de chauffeur bedacht dat er iets mis was met het linkervoorwiel. De chauffeur en zijn twee helpers hebben het hele wiel eraf gehaald,het wielmechanisme volledig uit elkaar geschroefd, het schoon gespoeld met benzine en toen het nieuwe onderdeel en de rest weer in elkaar geschroefd zodat we na een uur prutsen weer verder konden rijden. Denk je lekker op weg te zijn, is het lunchtijd: De bus aan de kant, iedereen eruit en met z'n allen Dhal Bat eten (waarbij onze gids en drager ervandoor gingen met de Dal Bhat kip, en wij de Dal Bhat groente kregen...).

Na de lunch werd de bus voller en voller geduwd met mensen en spullen. We weten nu tenminste hoe sardientjes in blik zich voelen! Onze chauffeur vond het tevens nodig om op smalle bergwegen met een topzware bus andere voertuigen in te halen, want wanneer hij de eerste aanwezige in het volgende dorpje is, betekend dit voor hem dat hij meer passagiers krijgt en dus meer cash. Na een rit van ruim 10 uur in plaats van de 5 à 6 uur die het zou duren kwamen we aan in Besishahar waar we een jeep in werden gejaagd om nog eens een uurtje naar Bhulbhule te moeten hobbelen waar onze overnachtingplaats was. Met pijnlijke spieren en botten konden we ons na het eten neervlijen op een heerlijk matras (lees houten plank met een laken erover).

De volgende morgen gestart met lopen. Tussen de rijstvelden door, berg op en berg af, klimmen over rotsen, door riviertjes heen en weer berg op. Steeds als je denkt dat je een lekkere klim hebt gemaakt, blijkt er door het slechte weer en de vele regen weer een pad volledig weg te zijn, waardoor je weer naar beneden moet en via een andere weg opnieuw omhoog mag klimmen. De moesson is dit jaar langer blijven hangen, waardoor we zowel in Kathmandu als de eerste middagen van de trekking regen hebben gehad.

Na zeven uur ploeteren (en hopen dat niet alle 15 dagen zo zwaar zouden zijn) kwamen we aan in het dorpje waar we bleven overnachten. Heerlijk gegeten en bijgekomen, Yahtzee gespeeld en op naar de volgende dag! 's Ochtends weer in de zon gelopen, 's middags weer twee uur lang regenbuien over ons heen. Helaas werden ook alle spullen in de backpack vochtig, en konden we niets drogen.

De vierde dag was voor mij een zware dag, dankzij een verkoudheid die door de regen niet beter is geworden in combinatie met een flinke klim van anderhalf uur. Gelukkig bleek de wandeling na de lunch nog maar een uur te zijn zonder klimmen en dalen. Na deze dag werd het alleen maar beter: Zowel het weer als het landschap. Witte bergtoppen, groene bomen en blauwe lucht. Daar loop je dan, met je gezicht in de zon een beetje zes maanden vrij te zijn van alles!

We zijn nu in Manang, op 3600m hoogte omringt door bergtoppen waarvan de Annapurna de grootste aanwezige is. We hebben vandaag een rustdag en gaan hierna in twee dagen naar High Camp op 4600m.

Helaas is de internet verbinding heel erg traag en hebben we na een half uur slechts9 foto's kunnen uploaden. De rest volgt dus!!

Namaste, Nepal! I

Aangekomen op Nepalese grond werden we vrolijk begroet door mannen van het leger: 'Namasté! Welcome in Nepal!'. Huh? Dat waren we even niet meer gewend na het autoritaire leger van Tibet. Visum regelen, even temperatuur opmeten met een oude thermometer onder de oksel en we waren vrij om Nepal in te gaan.

Bharat had ervoor gezorgd dat er een chauffeur stond die ons naar Kathmandu zou brengen, dus vier uur later (inclusief verwisselen van een lekke band) waren we in Hotel Mustang, waar we vorig jaar ook zaten. We hadden op dezelfde kleine kamer gerekend, dus groot was de verrassing toen bleek dat we een ware suite hadden voor twee nachten. 's Middags door Thamel geslenterd, waar in een jaar tijd niks veranderd was. Nog steeds druk, nog steeds chaos en nog steeds ons favoriete lunch tentje Helena's!

's Avonds uit eten geweest met Bharat, van wie we geen Dhal Bat mochten bestellen omdat we tijdens de trekking waarschijnlijk al weinig anders dan Dhal Bat zouden zien. Het werd dus een heerlijk kippetje met een marinade van verschillende kruiden en honing, jummie! Daarna een biertje gedronken in een cafeetje waar Jimi en René van Stichting Veldwerk waren, om vervolgens heerlijk te slapen in onze suite....

Donderdag 8 oktober zijn we naar het dorpje Sankhu gegaan, 12 km buiten Kathmandu. Hier wordt vanuit Stichting Veldwerk, waar vanuit we vorig jaar vrijwilligerswerk hebben gedaan voor een ander project, gewerkt aan een ecologisch weeshuis met de naam ‘Hamro Gaun' wat ‘ons dorp' betekend. Eind deze maand is de grote opening van dit project. Het was erg leuk om een rondleiding van René zelf te krijgen. Over werkelijk alles is nagedacht, en de meeste dingen hebben meer dan één functie. Zo is er een grote rechthoekige put gemaakt, waarin al het regenwater van de verschillende gebouwen verzameld wordt in plaats van dat dit verloren gaat in de rivier. Dit water kan worden gebruikt om het land te sproeien, het vee drinken te geven en om te blussen indien er brand zou uitbreken. Op deze put ligt een grote betonnen plaat, zodat dit totale oppervlak tevens gebruikt wordt als volleybal- en basketbalveld.

Een enorme solarinstallatie zorgt voor een supersnelle pot heet water, de biogasinstallatie zorgt voor methaangas om op te koken.

Er is een mooie ruimte ingericht met bureaus waar de kinderen in alle rust hun huiswerk kunnen maken, met kleine led-lampjes die ruim voldoende licht geven om een bureau te verlichten. Het enige dat ontbreekt is een volle bibliotheek. Via de site van stichting Veldwerk kun je meedoen aan de actie ‘boek een beetje bieb', en tevens meer lezen over dit project.

Vanuit Sankhu zijn we naar Patan gegaan. Patan is de vroegere koningsstad en wordt ook wel ‘de stad met de duizend gouden torens' genoemd. Durbar Square bestaat uit tientallen tempels, elk gewijd aan een andere god of godin. Het plein waar al deze tempels staan is schelpvormig, het symbool van Vishnu.

Na een tijdje rondgelopen te hebben en op een dakterras met geweldig uitzicht over Durbar Square geluncht te hebben, zijn we terug gegaan naar Kathmandu om de laatste inkopen te doen voor de trekking.

Jassen, poncho's, handschoenen, tabletjes om water te zuiveren zijn aangeschaft van het cash geld dat we op ons afscheidsfeestje gekregen hebben. Dankzij jullie lopen we er nu dus warm bij, want op de hoogte waar we nu zitten is dat wel nodig!

Totally Tibet IIII

Op dit moment staan we al ruim 2,5 uur stil, en de verwachting is dat we over een uur, hier is het dan 20.00u, weer mogen rijden. Waar we op wachten? Geen idee eigenlijk. We staan stil in een haarspeldbocht omdat de Chinezen hier met de weg bezig zijn. Maar omdat het regent, zijn ze niet aan het werk maar zitten in een tentje. Desondanks mogen alle voertuigen niet verder. Inmiddels staan er dus aan twee kanten (vermoed ik, ik heb alleen zicht op onze eigen kant en zelfs dat is beperkt vanwege dichte mist) dikke files.

Volgens mij zijn de Chinezen hier een real-life-game aan het spelen, ongeveer zoals ze doen in de grote cybercafés waar ze met 50-en tegelijk al rokend computerspelletjes spelen. In dit geval is het de boel stopzetten tot het donker wordt, dan iedereen tegelijk laten rijden en eens zien hoeveel voertuigen door de mist en de natte slechte weg ergens in het dal belanden. Het goede nieuws: Het zou nog maar 8 km zijn tot ons hotel...

De afgelopen twee dagen zijn we onderweg geweest naar het Everest Base Camp. Zondag hield dat in dat we een overnachting hadden in een gat genaamd Bebar Village, waar werkelijk niets te doen was. Zie foto's voor onze luxe badkamer, als je denkt dat het niet erger kan: Dat kan dus wel. De volgende morgen doorgereden naar Rongbuk, op 8 km afstand van het Everest Base Camp.

Negentig kilometer hobbelen over een onverharde weg, maar wel een mooi uitzicht gehad. En geweldige muziek natuurlijk ;-) Aangekomen in Rongbuk gingen we onze overnachtingsplek bekijken; Het gasthuis van het klooster. Zeg gerust bunker, zonder sanitaire voorzieningen. Slik. We zouden hier twee nachten blijven.

's Middags naar het Mount Everest Base Camp (EBC) gelopen. Flinke koude wind! Onderweg groepen springbokken gezien die net zo snel de bergen af- als op kunnen rennen, en marmotten die snel in hun hol kropen als we te dichtbij kwamen. Vlak voor het EBC de zoveelste permit- en paspoortcheck door het (alweer gamende..) leger, en dan de laatste klim via een trap. Uitzicht viel een beetje tegen vanwege de bewolking, de plek zelf was ook weinig bijzonders. Wel leuk om te vermelden: Het tentenkamp op 4 km van het EBC is de hoogste plek ter wereld vanwaar je een kaartje kunt versturen.

's Avonds een poging gedaan om op te warmen in de gemeenschappelijke ruimte, waar in het midden pannen water gekookt werden op open vuur. Yahtzee gespeeld en naar bed gegaan met twee lagen kleren en drie dekens per persoon. Helaas waaide de wind net zo hard om het guesthouse als naar binnen: Bij alle ramen zaten kieren. De volgende morgen bleek dat we de kou niet hadden verzonnen, want de ramen van de aanwezige jeeps zaten flink dichtgevroren en een aantal hadden moeite met opstarten, net als wij.

We hadden 's avonds al met de gids overlegd om de trip met 1 dag in te korten, zodat we niet nog een dag en een nacht op het EBC hoefden te blijven. Een hele mooie rit gehad door gebieden waar kilometers lang niemand te zien was, slechts dieren, kiezels, rotsen en gebergte. Heerlijke momo's als lunch gehad, en verder gereden naar de Milarepagrot; in- en om deze grot ligt een klein klooster waar Milarepa, een dichterasceet uit de 11de eeuw, de laatste negen jaar van zijn leven mediterend doorbracht. De legende wil dat de rots ineenzakte terwijl Milarepa hier mediteerde. De krachtige meester stond op en liet zijn handafdrukken achter in de rots. Een groot deel van het klooster is herbouwd. Helaas was het de wandeling naar beneden niet waard, want het was uitgestorven. Alles op slot en doodstil. Wel een waanzinnig mooie plek met een geweldig uitzicht!

En dan, voor de nieuwsgierigen onder ons, zijn we aangekomen waar ik dit verhaal begon: De file. Gelukkig mochten we vrij snel nadat ik met dit verhaal begon weer gaan rijden. Het heeft nog even geduurd voor we op de plek van bestemming waren, omdat alles werd geblokkeerd door dubbel geparkeerde auto's, vrachtwagens en bussen waarbij Gerjan als ware verkeersleider een aantal vrachtwagens de juiste kant op heeft gedirigeerd, met de gids als tolk.

Naast het hotel wat gegeten. Ik had een heerlijke Nepalese salade en zat tevreden te kauwen op wortel, radijs, tomaat en sperziebonen. Sperziebonen????!! Die heb ik nog niet één keer gezien in Tibet! Maar ik kauw er wel op!! Goed.. dat bleek een groene peper te zijn.....

Het laaatste stukje Tibet: Vlak voor de friendship bridge naar Nepal de laatste controles. Een ontzettend chagrijnige dame, kruising tussen een Geisha en een Tibetaan denken we, had besloten dat ze deze dag enorm baalde van haar werk. Na eerst een half uur niks gedaan te hebben, ging ze daarna twintig minuten ruziën met twee gidsen en de bijbehorende groepen. Na iedereen terug te hebben gestuurd naar de lijn voor de balie verdween mevrouw en kwam na opnieuw twintig minuten terug met een kan thee. Waarschijnlijk een kalmerend theetje, want daarna ging het allemaal een stukje sneller, zolang niemand haar verkeerd aankeek. Na een laatste bagage check (tuurlijk meneer de Soldaat, graait u rustig door mijn ondergoed. En ja hoor, tuurlijk mag je alle foto's bekijken die op mijn camera staan!) waarbij we zelfs de reisgids Nepal-Tibet mochten behouden (van verschillende reizigers gehoord dat zij hun boekje al bij de eerste controle kwijtwaren) konden we eindelijk de brug over: Namaste Nepal!!!!!!!!!!!

Totally Tibet III

We zijn donderdagmorgen 1 oktober om 7 uur weg gereden uit Lhasa, op naar onze nieuwe overnachtingplaats Gyantse, waarbij we over drie hoge passen zouden gaan. De chauffeur heeft welgeteld twee cd's: Een Tibetaanse en een Europese. De Europese bevat onder andere liedjes van Britney Spears en Beyonce (en laat dit kattengejank nu net niet mijn favoriet zijn) maar alles went, zelfs de krakende speakers en de ruis wanneer een cd is afgelopen maar de chauffeur dit niet doorheeft (meestal een half uur later pas). We reden over een nieuwe weg die ons vijf uur lang heeft kunnen vermaken door het gebergte dat steeds weer uit andere pasteltinten bestond; grijs, blauw, paars, beige, rood..

De eerste stop was Kamba-La op 4800m. Koud!!! Het fenomenale uitzicht was de snijdende wind meer dan waard. Onder ons lag het Yamdrok-Tso meer; Een turkoois meer met op de achtergrond de eeuwige sneeuw van de Norzing Kansar. Het Yamdrok-Tso meer is een heilig meer. En ja; ook daar zijn de Chinezen druk bezig met ontheiliging. Er wordt gevist (niet toegestaan in het Boeddhisme) en sinds een aantal jaar hebben ze een waterkrachtcentrale aangelegd, welke het meer ooit wellicht droog zal leggen. Volgens een oud gezegde zal Tibet , wanneer het meer zou opdrogen en het land haar belangrijkste symbool zou verliezen, niet meer bewoonbaar zijn..

De volgende stop was onze lunch in een klein maar uitbreidend gehucht dat Nagartse heet. Heerlijke noodlesoup op en vanuit hier weer verder naar het volgende punt op 5000m: De Karo-La met uitzicht op de Norzing Kansar (7200m hoog). Hierna volgde de derde pas op 4300m hoogte: Simu-La, waarna we vrij snel in Gyantse aankwamen. Hier hebben we het klooster van Gyantse bezocht. Dit bestaat in feite uit twee gebouwen: 1) De Pelkor Chode wat ooit een federatie van 16 kloostercollege's was die tot drie verschillende Boeddhistische scholen behoorden: Gelugpa, Sakyapa en Zhalupa. Vandaag de dag is dit samengesmolten tot één college. De architectuur van het gebouw bestaat uit Tibetaanse, Chinese en Nepalese invloeden. 2) De Kumbum stoepa. Kumbum is afgeleid van Kum (beelden) en Bum (100.000). Logisch gevolg dus dat dit een stoepa is die 100.000 beelden bevat. Tevens bevat de Kumbum 108 deuren, welke gelijk staat aan het aantal kralen van de Tibetaanse rozenkrans.

Na deze trip waren we allebei redelijk uitgeput. Gyantse ligt weer een stuk hoger dan Lhasa, waar we eigenlijk al weinig tijd gehad hebben aan de hoogte te wennen. Tevens was het ontzettend warm. We hebben verder dus een beetje door de oude stad gewandeld. Slecht geslapen door wat hoofdpijn, die de volgende dag gelukkig weg was.

Van Gyantse naar Shigatse gereden. Dit is slechts 90km en voert voornamelijk door het vruchtbaarste land van Tibet. Overal waren boeren volop bezig met oogsten en ploegen. Onderweg een stop gemaakt bij een gerstmolen met een schoepenrad, aangedreven door stromend water uit een riviertje. Hier wordt het heilige meel gemaakt dat bij ceremonies wordt gebruikt.

Hoe ik het altijd voor elkaar krijg weet ik niet, maar na 3 minuten binnen te zijn geweest kwam ik met een wit gezicht en witte kleding van de meel weer naar buiten, terwijl Gerjan nog schoon was. Nou ja, heilig meel kan geen kwaad ;-) We wilden graag bij een boerderij binnen kijken, dus hebben we nog een tweede stop gemaakt waarbij de gids en chauffeur bij een boerderij gingen vragen of we een bezoekje mochten brengen. Terwijl wij nog bij de auto stonden werden we uitgenodigd door een vrouw om binnen te komen.

Op het binnenplaatsje stonden twee ossen, een schaap met een lam, een paar kippen en wat geiten. De trap op naar boven leidde naar het huis. Hier moesten we er toch echt aan geloven: Niet één, niet twee, niet drie maar vier kommen Yak-thee. Voor degenen die dit niet kennen: een Yak is een ruig soort koe. Yak thee is gemaakt van gezouten Yak-boter en heet water. Mmmmmmmm... en dat maal 4 ;-) Na de rondleiding en het gesprek met de vrouw (onze gids als tolk) zijn we naar Shigatse gereden.

Hier opnieuw een groot klooster bezocht, het Tashilumpo klooster. We zitten in het goede seizoen want het is heel rustig qua toerisme. In dit klooster staat de grootste koperen afbeelding ter wereld, een standbeeld van Boeddha van de Toekomst, dat vanuit de hoogte op je neerkijkt: 26 meter hoog, 11m van schouder tot schouder, 115 ton koper en 285 kilo goud. Daar voelen zelfs wij ons klein bij!

's Avonds gegeten in een ‘gezellig' restaurant waar we ook geluncht hebben: Felle neon verlichting, plastic als tafelkleed en een rat die vrolijk om onze tafel dartelde... Vanmorgen gezond weer opgestaan, dus ze zullen het eten wel flink verhitten ofzo..

Vandaag rustig aan gedaan. Een wandeling gemaakt naar Shigatse Fort. Dit gigantische fort is verwoest door de Chinezen, en guess what? Het wordt opnieuw gebouwd door... de Chinezen! De logica is ver te zoeken. Helaas konden we er alleen omheen lopen omdat de helft nog in de steigers staat. Hierna bij een grote tapijt weverij wezen kijken. Helaas is het zaterdag en hebben de 180 vrouwen die hier werken (allen boven de 18, volgens de manager) een vrije dag. Wel een korte rondleiding gekregen en mooie tapijten gezien, allen gemaakt van zuiver scheerwol. De waarde van de tapijten wordt bepaald aan hand van het aantal knopen per vierkante voet (ongeveer 760 knopen per dm2).

Opvallend is trouwens dat ze hier allemaal een pratende rekenmachine hebben, bij wat voor winkel of restaurant je ook komt. Leuk hoor! Ik denk erover er zo één aan te schaffen voor op het werk en de studie. Morgenochtend zal de laatste dag zijn dat we een douche zien (voorlopig) dus we gaan nog even heerlijk ons haar wassen onder de drie koude stralen die deze douche ons biedt.... Daarna volgt de weg richting het Mount Everest base camp. Ze noemen Tibet niet voor niets het Dak van de Wereld!!

Totally Tibet II

Even terugkomend op het waarom er opstanden en demonstraties zouden kunnen zijn in Lhasa op 1 oktober, kort wat historie van Tibet. Tibet werd in 1950 binnengevallen door China, welke het Tibetaanse leger versloeg. China zegt Tibet te hebben geweerd van verdere armoede en zegt modernisatie en hoop te brengen. De Tibetanen zien dit anders en dit leidt in 1959, na dreigende geruchten over het ontvoeren van de Dalai Lama, tot een opstand waarbij honderdduizenden Tibetanen gedood worden, en even zovelen waaronder de Dalai Lama naar India vluchten, waar zij tot de dag van vandaag in ballingschap leven. Hoewel China de afgelopen jaren heeft gezorgd dat er betere wegen zijn gekomen, scholen en ziekenhuizen, mag ook duidelijk zijn dat China zorgt voor afbreuk van het oorspronkelijke Tibet, en hebben veel Tibetanen nog steeds geen goed woord over voor China. Dit alles leidt ertoe dat er op 1 oktober, waarbij China 60 jaar een Volksrepubliek is, opstand wordt verwacht van zowel Tibetanen- als Tibet-aanhangers.

Dan vandaag: Uitgeslapen en wel! Vanmorgen om kwart over acht opgehaald door de gids en naar Potala Palace gereden,nadat we in het hotel een zeer Europees ontbijt kregen (geroosterd brood, omelet en koffie).

Potala Palace was het winterpaleis van onder andere de Dalai Lama's totdat de veertiende Dalai Lama (de huidige, welbekend omdat JP Balkenende hem geen hand wilde schudden) naar India vluchtte.Het is gebouwd op de berg Mar-po-ri (de rode berg) en ligt enkele kilometers van de oude stadskern vandaan. De berg steekt zo'n 130 m boven het omliggende dal uit. Het Potala Palace zelf is ook nog eens 170m hoog, dus we mochten een aardig aantal trappen beklimmen. Helaas mocht er in het paleis niet gefotografeerd worden, maar stel je een gigantisch labyrint voor bestaande uit houtsnijwerk, schilderwerk op muren en plafonds, afgesleten eeuwenoude drempels, heel veel koper en natuurlijk de altaren en graftombes met bijbehorende kaars- en wierookgeuren.

Indrukwekkend was het mausoleum van de 5de Lama, in het vertrek ‘Serdung Lakhang': 12,6 meter hoog, 3721 kilo goud en 10.000 edelstenen.

In het paleis zelf mochten we uiterlijk een uur aanwezig zijn, zouden we ons buiten de tijd pas melden kreeg de gids een boete. Geen geldboete, nee; Hij maag dan met zijn volgende groep het paleis niet meer binnen. Uiteraard hebben we het gehaald: 59 minuten binnen.

Na Potala Palace volgde de Jokhang. Evenals Potala staat ook dit op de werelderfgoed lijst van Unseco. De Jokhang is de oudste tempel en tevens het heiligste bouwwerk van Tibet. De Jokhang tempel werd in 647 door koning Songtsen Gampo gebouwd. De traditionele legende is dat de koning een ring in de lucht wierp om de positie van de tempel te bepalen. De ring kwam in een meer terecht en als een wonder rees een stoepa uit het meer op de plek waar de ring was neergekomen. Vervolgens werd het meer gedempt met uitzondering het midden van het meer wat vervolgens een vijver in de binnenplaats van het tempelcomplex werd. Het Jokhang was bomvol pelgrims, met name voor het belangrijke gouden beeld van Boeddha Sakyamuni. Wanneer Tibetanen dit beeld aanschouwen, zijn zij verzekerd van een goede incarnatie.

Na het Jokhang zijn we samen gaan lunchen. Gerjan wilde echt integreren en bestelde het Tibetaanse gerecht met spinazie en kaas. Hij kreeg een kom warme dunne spinazie-a-la-creme met daarin wat drijvende stukken kaas. Ik als cultuurbarbaar genoot van een heerlijke tosti!

Next and last stop for the day: Het Sera klooster, zo'n 5 km ten noorden van de Jokhang. Dit klooster is één van de drie grote Gelug-kloosteruniversiteiten van Tibet. We hebben hier een tijdje rondgewandeld, gezien hoe boeken worden gedrukt (dit gaat gewoon met de hand, met als basis een blok hout waar de tekst in gesneden is) en hebben toegekeken hoe monniken aan het debatteren waren (dit ging met flink verbaal geweld en wilde gebaren) op een zonnige binnenplaats tussen de bomen.

Dit zal voorlopig even het laatste verhaaltje zijn. Ik wil jullie niet vervelen met al te veel culturele wetenswaardigheden, daar hebben we immers Wikipedia al voor ;-)

Morgen vertrekken we om zeven uur uit Lhasa en rijden dan naar Gyantse. We gaan daarbij over flinke hoogtes: 4400m is geloof ik de hoogste. Daarna volgt Shigatse, waar weer internet zal zijn. Keep you posted, wij gaan nu weer op zoek naar een restaurantje!!

Totally Tibet I

Daar zijn we dan!! Wanneer ik deze blog plaats zitten wewaarschijnlijk ergens in Lhasa, maar dit typ ik hoog in de lucht, zwevend boven de Mount Everest op nog een klein uur vliegen van Lhasa, Tibet. Voor jullie is het nu 07.45u in de ochtend, voor ons zes uur later.

Gistermorgen om iets voor negen weg gereden vanuit Hassum naar Frankfurt, dus op dit moment zijn we al ruim 23 uur onderweg.

We hebben de eerste negen uur van Frankfurt naar Bejing lijdzaam moeten toezien hoe piepkleine Chineesjes zeeën van ruimte hadden bij de nooduitgang, maar in het tweede vliegtuig heeft Gerjan met een mooie mix van Chinees en Engels twee ruime plaatsen weten te regelen.

We hebben allebei nog niet het gevoel dat we zes maanden weg blijven. Het voelt als een vreemd soort vakantie, vooral doordat de afgelopen weken bestonden uit werken, rommel weggooien, dozen inpakken, een afscheidsfeestje geven (Was erg gezellig, we vonden het superleuk dat vrijwel iedereen er was!) en nog meer afscheid nemen hier en daar. Normaal gesproken pak je alleen een koffer in wanneer je op vakantie gaat, dan is dit toch even anders...

Afgelopen zaterdag met een paar potige mannen het hele huis leeg gehaald (waarbij mijn beer ternauwernood aan de dood is ontsnapt). Gelukkig hadden we opnieuw hulp van super-Jans, want wij en een appartement brandschoon houden, nee... Na de overdracht van het huis stonden we letterlijk en figuurlijk op straat met een leven dat uit niets meer bestond dan twee volle backpacks, een oude Opel Corsa en een heleboel plannen om zes maanden geweldige dingen mee te maken!

Als alles goed is worden we op het vliegveld opgewacht door onze gids, die ons dan naar`het hotel brengt. Dat is nog ongeveer een uur rijden, waarbij we gelijk het schema voor de komende dagen te horen krijgen.

Ondanks de berichten in de krant van afgelopen week waarbij gemeld werd dat Tibet van 24 september tot en met de eerste week van oktober niet toegankelijk zou zijn kwamen we relatief makkelijk door de douane (nadat onze tassen vijf keer door de scanner zijn gegooid, onze schoenen uit moesten, en ze alle papieren gecheckt- en gedubbel-checked hadden...).

Later meer over Lhasa. De landing komt in zicht, dus ik ga de laptop inpakken en een heel vervelend klein Chinees jongetje dat me steeds aan het pesten is terugpesten.

Ben ik weer, het is hier nu 23.30u en het wordt echt tijd om te gaan slapen.Vanmiddag een tocht van 1,5 uur gemaakt om van het vliegveld naar Lhasa te rijden. Het is maar 65km maar er waren veel controles in verband met 1 oktober, de viering van 60 jaar Volksrepubliek China. Voor de Tibetanen niet bepaald iets om te vieren, daar kom ik later nog op terug.

Inmiddels zitten we op een hoogte van 3658m, en dat is wel te merken. Allebei snel buiten adem en weinig puf om veel trappen te lopen, maar gelukkig geen hoofdpijn. We hebben vanmiddag heel kort een tukkie gedaan in het hotel, en zijn daarna rond gaan wandelen en gaan eten. En ja, het was lekker! Rijst, kip, lam, saus en verse vruchtensapjes. In totaal moesten we 7 euro afrekenen.

Morgen hebben we een drukke dag. De twee dagen die we in Lhasa zouden doorbrengen (de aankomstdag niet meegerekend) is ingekort naar 1 dag. Dit omdat er op 1 oktober allerlei demonstraties in Lhasa verwacht worden en we dan weg moeten zijn. De planning wordt dus iets anders dan verwacht, maar Tibet heeft ons vast genoeg te bieden!

Morgen meer inclusief foto's, als ik met een helder hoofd weer weet wat we gedaan hebben. Eerst eens lekker slapen slapen slapen.....

Stichting Zanskar Scholen (http://www.zanskarscholen.com/)

Losstaand van onze eigen reis wil ik van de ruimte op deze site gebruik maken om jullie aandacht te vragen voor een stichting waarbij ikzelf nauw betrokken ben, en die zich richt op het bevorderen van onderwijs in India, het district Zanskar.

Dit wordt gedaan door middel van het verbeteren van de leefomstandigheden, het leveren van leermiddelen en leniging van de primaire behoeften in de breedste zin van het woord. Daarnaast in de toekomst het bevorderen en financieren van vervolgopleidingen voor leerlingen met een hoge slagingskans.

We kennen het allemaal: Je bent op reis in een prachtig land, je staat verstelt van de arme kinderen die toch zo tevreden en gelukkig overkomen. Als je met ze praat, in het weinige Engels dat ze kennen, blijkt dat ze eigenlijk maar één wens hebben: Leren. Meer weten over de wereld buiten hun dorp, de mogelijkheid hebben om te communiceren met de toeristen die steeds meer de afgelegen plekken weten te vinden.

Een aantal van hen zou graag verder willen leren, om later zelf leraar te kunnen worden.

Willen we op dat moment niet allemaal heel graag iets doen om te helpen? Eenmaal thuis vervaagt dat gevoel doordat we weer in de gehaaste Nederlandse sleur terecht komen, en we weer gaan klagen over alle kleinigheden waar we zelf direct last van hebben.

Wanneer je blijvend ‘iets' wil betekenen, neem dan een kijkje op http://www.zanskarscholen.com/ en meld je aan als donateur.

Een kleine stichting, nauwe betrokkenheid en een duidelijk doel met zichtbaar resultaat.

Bedenk goed dat slechts een kleine bijdrage per maand een grote verandering voor de leefomstandigheden in de wereld van deze kinderen brengt!!